De blokfluit

Afgelopen weekend kwamen mijn 2 jongste jongens naar beneden stormen. Helemaal enthousiast kwamen ze naar me toe. “Mama, mogen we op jouw blokfluit spelen?” riepen ze al van verre. Ze hadden dus mijn oude blokfluit, die al jaren bovenop een kast lag, gevonden.

Er ging van alles door me heen toen ze dat vroegen. ‘Wat moeten ze nou met dat oude ding?’ ‘Dat gaat een hoop herrie geven en ik heb eindelijk even rust.’ ‘Gaan ze er wel voorzichtig mee zijn?’ ‘Zou hij het nog wel doen of is ie in de loop van de tijd vals geworden of uitgedroogd?’

“Weet je wat, ga hem maar halen.”

“Weet je wat, ga hem maar halen” antwoordde ik. “Maar neem ook de boekjes mee die er bij liggen.” Blij verrast gingen ze hem halen. Hij lag keurig in zijn doosje, nog met de schoonmaker die grotendeels vergaan was er naast.

Gelijk ging ik terug in de tijd. Wat had ik een tijd op deze fluit gespeeld en wat had ik er een hoop plezier op gehad. Jaren heb ik er op gespeeld, een kinderkoor begeleid, meegedaan met optredens op de basisschool en samen met vriendjes en vriendinnetjes gespeeld. Gek dat ik daar nooit meer aan dacht en dat die blokfluit me terug bracht naar zo’n fijne tijd.

Ondertussen probeerden de jongens er een zuivere toon uit te halen. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk als gedacht. Te hard blazen of juist te zacht, vingers niet op de juiste gaten houden, hoe dan ook het lukte niet. “Geef maar hier, dan laat ik zien hoe het moet.” Ik pak de fluit, laat ze het boekje zien waarin staat hoe je de verschillende noten speelt en speel een paar noten voor. “Mama, kan je ook een liedje?” vragen ze. Ik pak de map met liedjes die er naast ligt en begin te spelen. In het begin gaat het nog een beetje stroef, maar al snel zit ik er weer helemaal in en speel ik allerlei liedjes. Als ik op een gegeven moment opkijk, zit ik in mijn eentje aan tafel te spelen. De rest is inmiddels iets anders gaan doen.

Wanneer heb jij voor het laatst in jouw speeltuin gespeeld?

Het blijde gevoel dat ik kreeg van het spelen op mijn oude blokfluit deed me denken aan de vraag die in het boek Return to the Why Cafe van John Strelecky gesteld wordt. De vraag is: wanneer heb jij voor het laatst in jouw speeltuin gespeeld?

Die vraag is misschien gek om te stellen aan een volwassene. Ben je daar dan niet een beetje te oud voor? Je hebt wel betere dingen te doen dan naar een speeltuin te gaan. En tegenwoordig is een speeltuin veel minder leuk dan vroeger. Je zit aan de kant te wachten en te kijken naar je kinderen..

Toch zit er iets anders achter deze vraag. Als kind ging je waarschijnlijk graag naar de speeltuin. Op het moment dat je hoorde dat je ging, kreeg je al vlinders in je buik. Je bedacht je wat voor leuke dingen je er allemaal kon doen, hoeveel vriendjes je er tegen ging komen en hoe leuk het ging worden. Je werd helemaal enthousiast, nog voordat je er was.

Hoe zit dat bij jou?

Maar hoe is dat nu? Heb je dingen waar je nu net zo enthousiast van wordt als je vroeger van de speeltuin werd? Heb je nog wel een stuk speeltuin in je leven? Of is deze tijdens het volwassen geworden gesloten, staat er een muur omheen en is hij inmiddels overgroeid met onkruid en is hij niet meer bruikbaar? Bedenk je eens hoe leuk het zou zijn om je speeltuin weer toegankelijk te maken, om je dromen daar vorm te geven en eens als een kind te ontspannen bij het spelen. En het mooie is, dat kan. Hoe overwoekerd, afgesloten en vervallen jouw speeltuin ook is, je kan de keuze maken om stapjes te zetten om hem weer tot leven te wekken. Alleen al iets doen, waar je ontzettend blij van wordt, waar je naar uit kijkt als een klein kind is al een goed begin.

Ik weet dat ik vaker mijn blokfluit tevoorschijn ga pakken en in mijn speeltuin spelen. Ik hoop dat je jezelf dat ook gaat gunnen, het is er heerlijk.

Liefs,
Marit